Openbaar onderzoek ‘startnota nieuwe sporthal’ afgesloten

Vorige vrijdag werd het openbaar onderzoek afgesloten over de startnota van de Sport-, bewegings- en landschapssite Zuidflank. Dit plan beoogt de ontwikkeling van een kwalitatieve sport- en beweegcluster, waarbij ruimte wordt geboden voor clubsporten, informeel sporten en recreatie. De verouderde sporthal zal worden vervangen en het aanbod aan buiten activiteiten zal worden verruimd. Het doel is om een beweegvriendelijke site te creëren die inwoners aanzet tot bewegen en een meerwaarde vormt voor de buurt. Met de opmerkingen die nu ook tijdens het openbaar onderzoek werden gegeven, zullen we nu aan de slag gaan om de drie pistes die overblijven verder te analyseren.

Mogelijke locaties voor de sporthal worden onderzocht.

Dat Overijse nood heeft aan extra binnensport infrastructuur staat buiten kijf. We lopen enorm achter ten opzichte van het Vlaams gemiddelde en dat merken we ook elke dag. Het zorgt voor een gedecentraliseerde werking van de sportclubs op allerlei locaties binnen en buiten onze gemeente. Individuele sporters komen niet aan hun trekken en ook onze scholen, onder andere het GITO waar we een sportopleiding aanbieden, hebben te weinig sportruimte.

Samen met de sportclubs werden in eerste instantie de behoeften in kaart gebracht. Deze werden dan omgezet in een “programma” dat samenvat hoeveel vierkante meter binnen- en buitensportoppervlakte met verschillende functies nodig is om aan deze behoeften te voldoen. Het is op deze basis dat de startnota werd opgesteld om op zoek te gaan naar de ideale plaats om dit maximale “programma” te kunnen realiseren.

De zone waar de nieuwe sporthal zou kunnen komen is het voorwerp van de startnota. We willen kiezen voor een sportinfrastructuur die in het centrum van onze gemeente ligt en goed bereikbaar is (openbaar vervoer, auto, fiets), zowel voor onze scholen, onze inwoners als bezoekers, zodat we zoekverkeer en parkeerdruk in omliggende woonstraten vermijden. We willen bovendien dat de impact op het landschap en ecologie minimaal is en dat we het geheel binnen het gemeentelijke budget natuurlijk kunnen verantwoorden.

In eerste instantie werden 5 mogelijke zones weerhouden binnen de zone in het centrum van onze gemeente die volgens het gewestplan voor het grootste deel ingekleurd is als recreatiegebied: (1) De huidige sportsite Den Heurk en onmiddellijke omgeving; (2) De omgeving van de gemeentelijke loodsen achter de Vuurmolen; (3) De oostflank (langs de tennisvelden); (4) De landbouwzone palend aan Den Heurk (Speelberg); (5) Het seniorenveld van Tempo Overijse (het zgn. Van Lanker-veld).

Van elk gebied worden de voor- en de nadelen afgewogen en werd de haalbaarheid bekeken om onze doelstellingen te bereiken. Is er voldoende ruimte om het gewenste programma te realiseren, hoe ligt het ten opzichte van andere faciliteiten, is het makkelijk bereikbaar en is er voldoende ruimte voor parking, kunnen we de infrastructuur inpassen met minimale impact op de omgeving en omliggende woningen en tot slot hoe complex is de eigenaarsstructuur?

Op basis van deze analyse vielen een aantal scenario’s af. Op de huidige site van de sporthal is er onvoldoende plaats en deze ligt behoorlijk uit het centrum en in een achterliggende wijk. Op de site van de gemeentelijke loodsen achter de vuurmolen is eveneens te weinig plaats, maar vooral de extra verkeers- en parkeerdruk op het Begijnhofplein en de impact van dergelijke nieuwbouw op de erfgoedsite van de Vuurmolen en de begijnhofkapel maken dit scenario volgens de specialisten onwerkbaar. Tot slot viel ook de landbouwzone langs Speelberg af wegens de moeilijke bereikbaarheid en de impact op agrarisch gebied.

Er bleven dan nog 2 werkbare locaties over langs de Oostflank in de omgeving van het Woonzorgcentrum en op en rond het Tempo Veld (Van Lancker – 2 opties). Deze mogelijkheden werden tijdens een infomoment toegelicht, waarbij buurtbewoners meteen ook hun bezorgdheden konden uiten. De meeste opmerkingen hadden betrekking op de mogelijke verkeersgeneratie en parkeerdruk. Er werd gevraagd om ervoor te zorgen dat buitensportfuncties geen extra lawaaihinder zouden veroorzaken en dat het kenmerkende landschap en de open ruimte van de zuidflank behouden blijven.

Met de opmerkingen die nu ook tijdens het openbaar onderzoek werden gegeven, zullen we nu aan de slag gaan om de drie pistes die overblijven, verder te analyseren:

1. Inplanting van de nieuwe sporthal op het oefenveld Van Lanker in combinatie met een parking naast het woonzorgcentrum.

2. Inplanting van de nieuwe sporthal op Van Lanker met een ondergrondse parking en nieuwe ontsluiting vanaf de Terhulpensesteenweg.

3. Inplanting van een sporthal aan de Terhulpensesteenweg met ondergrondse parking.

   
   

Het verdere onderzoek zal de impact van de vervuiling van het aanwezige stort van huisvuil uit de jaren ’60 bekijken maar ook de eventuele verwerving van gronden en een meer gedetailleerde inrichting van de site verder in kaart brengen. Verkeerstellingen en een mobiliteitseffectenstudie (MOBER) zullen worden uitgevoerd om de mobiliteitseffecten en mogelijke milderende maatregelen in beeld te brengen.