Overijse blijft investeren in haar Vlaams karakter en het Nederlands als verbindende taal

In de nasleep van de recente commotie rond de Franstalige spandoeken aan het Q8-tankstation in Maleizen, willen burgemeester Inge Lenseclaes en schepen van Vlaams Beleid Joke Lenseclaes duidelijk maken dat het Vlaams karakter en de Nederlandse taal in Overijse geen dode letter zijn. Integendeel: beide mandatarissen blijven zich actief inzetten om het Nederlands te versterken als bindmiddel in onze gemeente.

"Het Vlaamse karakter van onze gemeente ligt ons écht na aan het hart," benadrukt burgemeester Inge Lenseclaes. "Het is belangrijk dat de Overijsenaren weten dat we alert blijven en werk maken van een beleid dat inzet op taal, integratie en samenhorigheid."

Die inzet blijkt ook uit de concrete stappen die de voorbije weken gezet zijn. Zo kregen de leden van het College van Burgemeester en Schepenen (CBS) recent een toelichting van Jo Van Vaerenbergh, directeur van vzw De Rand. Die organisatie speelt een sleutelrol in het versterken van de kennis van het Nederlands in de Vlaamse Rand. Daarnaast namen zowel burgemeester Inge Lenseclaes als schepen Joke Lenseclaes vorige week deel aan de Inspiratiedagen van Vlaamse Rand in het Afrikamuseum in Tervuren.

"Tijdens die inspiratiedagen werd nog maar eens bevestigd hoe belangrijk het is dat lokale besturen het voortouw nemen in het promoten van het Nederlands," aldus schepen Joke Lenseclaes. "In de opmaak van ons meerjarenplan voorzien we dan ook een duidelijke beleidsdoelstelling waarin we het Vlaams karakter van Overijse expliciet benoemen en inzetten op het leren, oefenen en gebruiken van het Nederlands."

Dat zo’n engagement nodig blijft, wordt regelmatig bevestigd. "De incidenten van de afgelopen dagen maken duidelijk dat het gebruik van het Nederlands in onze gemeente geen evidentie is. Het is dus essentieel dat we een positief en verbindend taalbeleid voeren," besluit burgemeester Lenseclaes.

Met deze inspanningen wil het gemeentebestuur van Overijse haar rol als Vlaamse gemeente in de Rand blijven opnemen, en dat met respect voor alle inwoners, maar met een duidelijke keuze voor het Nederlands als gemeenschappelijke taal.